Terug

Autisme en donkere wolken in je hoofd – Bianca de Vrind

19-06-2023

Als het meezit is er goed te leven met autisme. Je kunt ermee leren omgaan, je kunt een begripvolle omgeving zoeken, zorgen voor passend werk en andere bezigheden die voldoening geven, je kunt leren om je grenzen beter aan te voelen, je kunt leren om een sociaal  netwerk op te bouwen…

Maar het is niet altijd zo’n feest. Helaas gaat autisme gaat ook vaak samen met een grotere psychische kwetsbaarheid. Zo maakt 20% van de mensen ooit in zijn of haar leven een depressie door, maar bij mensen met autisme ligt dat percentage vermoedelijk meer dan twee keer zo hoog. Dat klinkt heftig, maar betekent nog altijd niet dat je depressief wordt puur omdat je autisme hebt. Meestal zorgt een combinatie van aanleg en samenloop van omstandigheden voor de ontwikkeling van een depressie.

Stel dat…

Stel nou dat alles mee had gezeten. Stel dat toen ik klein was, alom bekend was dat slimme en verlegen meisjes ook autisme kunnen hebben, en dat ik en mijn ouders de juiste begeleiding hadden gekregen? Stel dat mijn eigen kinderen een zorgeloze doorsnee ontwikkeling zouden doormaken? Stel dat ik een superleuke baan zou hebben, die zo goed bij me past dat ik genoeg energie zou overhouden om er voor mijn gezin te zijn? Stel dat huizen zichzelf zouden opruimen en schoonmaken en dat kindjes nooit jengelden of ruzie maakten? Stel dat er geen verdrietige dingen en geen milieu- en klimaatproblemen bestonden? Stel dat ik nooit gepest, afgewezen, buitengesloten of misbruikt zou zijn geweest?

Zou ik me dan nooit opgebrand of depressief hebben gevoeld?

Depressie

Al sinds mijn jeugd heb ik last van terugkerende depressieve periodes. Niet fijn, maar ik wist altijd dat het ook weer een keer over zou gaan. Totdat het ongeveer een jaar geleden niet meer overging.

Een depressie legt je langzaam steeds meer lam, psychisch én lichamelijk. Je krijgt langzaam meer en meer een tunnelvisie die maakt dat alles wat je waarneemt alleen maar bevestigt en zelfs uitvergroot hoe uitzichtloos je situatie is. Je moet ervoor zorgen dat je snel uit die tunnel en uit je isolement komt, dat je naar buiten gaat, leuke dingen doet en mensen ontmoet. Maar als je depressief bent is dat verschrikkelijk moeilijk, zeker als je door je autisme toch al de drang hebt om je sociaal terug te trekken of om een masker op te zetten als je niet goed in je vel zit. Als je naast depressief ook uitgeput bent is het nog eens extra moeilijk. Sowieso is het ongelooflijk vermoeiend om constant depressieve en angstige gedachten te hebben.

Ik deed zo mijn best om beter te worden

Ik mediteerde en probeerde tot rust te komen. Ik dacht: over een maand zal het toch zeker wel over zijn? Over een half jaar dan? Maar dat was niet zo. Ik werd angstig, met paniekaanvallen om alles wat in het aardse leven onzeker is…en dat is ontzettend veel als je daarover nadenkt (niet doen!). Ik kon het nauwelijks aan om naar buiten te gaan, maar ik moest wel als moeder van drie en een man met een drukke baan. Op een gegeven moment kon ik niet meer en kreeg ik al een huilbui als ik keek naar een deurknop die niet de vorm had die ik wilde. Ik lag afgepeigerd op de bank, was heel veel afgevallen en voelde me zo ziek en verdrietig. Ik kon begon de hoop te verliezen, totdat ik niet eens meer alleen thuis kon zijn, vooral niet in de ochtenden.

Teleurgesteld

Waar ik me altijd tegen heb verzet, werd uiteindelijk waarheid. Ik had voor mijn gevoel geen keus meer. Ik kon niet meer voor mijn gezin zorgen en mijn man en kinderen leden met me mee. Dit kon niet langer. Ik wilde zo geen dag meer verder. Ik ging samen met mijn man naar de huisarts en kreeg medicatie.

Wat was ik teleurgesteld, in mezelf, maar ook in God! Waarom liet hij zoiets vreselijks bestaan als depressie; een ziekte waarbij je God niet meer kunt ervaren op het moment dat je Hem juist het hardst nodig hebt? En ik had zo hard gevochten en gebeden en mijn best gedaan om de genezing alléén van Hem te verwachten. Had ik het toch niet te snel opgegeven? Was God ook teleurgesteld in mij?

De eerste week werden alle symptomen nog veel heftiger en stond ik te trillen op mijn benen. Het was verschrikkelijk. Mijn man was geweldig. Hij werkte thuis en sleurde me elke ochtend mee naar buiten om te wandelen en begeleidde me naar mijn activiteiten waar ik energie van kreeg, ook al voelde ik er op dat moment niet zoveel bij. Om uit mijn isolement te komen was er een rooster gemaakt door mijn kerk om bij mensen op bezoek te gaan of zij bij mij.

Al sneller dan verwacht trokken de symptomen weg. De eerste weken voelde ik helemaal niets meer, wat een beetje eng was, maar langzamerhand kwam mijn gevoel gelukkig terug, alleen dan zonder angst, paniek en oncontroleerbaar verdriet.

En nu?

Nu ben ik een paar maanden verder. Het kan me al niet meer schelen dat ik medicijnen slik, want ik kan weer lachen, huilen, eten en drinken. Wat een opluchting! En wat een schrik als ik terugkijk naar hoe erg het was. Ik durf weer na te denken over de toekomst en ik heb nu eindelijk ruimte in mijn hoofd om te werken aan de oorzaken van mijn depressie en om een nieuwe balans te zoeken in mijn leven, zodat ik niet nog eens zo diep wegzak.

Moraal van het verhaal

  • Zorg goed voor jezelf, vooral als je autisme of een andere kwetsbaarheid hebt. Jij óók, drukke moeder of vader! En jij helemáál, drukke moeder of vader die ook nog zorgt voor een kind met een beperking. Een depressie of burn-out sluipt er langzaam in.
  • Let goed op elkaar en sluit niemand buiten, ook niet als iemand zichzelf buiten lijkt te sluiten…juíst dan niet. Let vooral op mensen met een beperking of psychische kwetsbaarheid, ook al lijken ze nog zo vrolijk of succesvol. Zonder dat jij het ziet kan iemand aan zijn laatste zijden draadje van hoop hangen. Een beetje aandacht en begrip, een schouder om tegen uit te huilen, een veilige plek waar iemand zijn hart kan luchten, samen wandelen of iets anders leuks doen, een helpende hand bieden zodat iemand op adem kan komen. Zulke kleine dingen kunnen voor mensen met een depressie het verschil zijn tussen leven en dood.
  • Wees niet oordelend of afwijzend tegenover medicijngebruik door een ander. Geloof me: de bijwerkingen zijn de eerste tijd zo ontzettend naar, dat niemand dit voor de lol gaat slikken. Zie het ook niet als falen als je zelf medicatie nodig hebt. Ik ben God dankbaar dat er medicatie bestaat en dat het bij mij al zo snel en zo goed aanslaat.
  • Ben je depressief? Probeer het niet langer te verbergen en vecht niet langer alleen. Je bent lang niet de enige en er is goede hulp. Praat met iemand van het pastoraat in jouw kerk of iemand anders die je vertrouwt. Bij veel kerken ben je van harte welkom, ook als je niet lid bent of niet gelooft. Maak een afspraak bij de huisarts. Hij of zij zal met je nadenken over wat jij nodig hebt om je beter te voelen. Hij zal je niet meteen de ggz induwen of pillen voorschrijven als jij dat niet wilt. Waarschijnlijk kun je terecht bij een praktijkondersteuner bij jou in de buurt. Er zijn ook organisaties waar mensen werken die graag naar je willen luisteren, zoals Dit Koningskind.
  • Als je gedachten hebt aan zelfmoord kun je bellen met zelfmoordpreventie 0800-0113 of chatten op 113.nl. Bij levensbedreigende situaties moet je meteen 112 bellen.

Hou vol! De Heer ziet jouw nood en hoort jouw roep om hulp. Hij zal je bevrijden, want Hij is heel dicht bij gebroken mensen en redt wie het zwaar heeft – Psalm 34:16-21


Bianca de Vrind is professioneel fluitist en moeder met autisme. Haar drie kinderen, in de leeftijd van 9, 12 en 14 jaar oud, hebben ook autisme. In haar blogs schrijft ze over ‘hoe je het ook kunt zien’ en geeft ze ons een inkijkje in haar gezin. Daarnaast is Bianca auteur van het boek ‘Aan mij zie je niets’ en van de blog www.zokunjetookzien.nl

 

Auteur Bianca de Vrind

Wil jij een optimale website? Dan hebben we wat cookies van je nodig. Pas mijn voorkeuren aan