112 waar belt u voor?
Ambulance. Sorry voor mijn gehijg aan de telefoon.
Het is zondagavond als ik vanaf boven een enorme herrie hoor. Nu gooit husband wel vaker wat van de trap dus ik roep: “Wat gooi je nu toch naar beneden?” Het blijft stil. En ik vermoed…. en ben in 1 seconde boven.
In dit jarendertighuis zijn beide trappen erg steil en de overloop smal. Hans ligt opgevouwen op die overloop. Hij is aanspreekbaar maar de hoeveelheid bloed rondom zijn hoofd ziet er heel naar uit. Gezien zijn nekbreuk in het verleden ga ik hem beslist niet optillen of verplaatsen. Ik bel 112.
112 waar belt u voor?
Ambulance.
Sorry voor mijn gehijg aan de telefoon.
Bij Hans kijken.
Alvast de deur openzetten voor de ambulancebroeders.
Snel bij Hans kijken.
Gauw mijn afzakkende huisbroek verwisselen voor een handiger exemplaar.
Even bij Hans kijken.
Wacht, de kaarsen uitdoen! Waar je al niet aan denkt…
Weer bij Hans kijken.
De ambulance staat voor de deur en de broeders stommelen naar boven. Ze vullen met z’n tweeën de kleine ruimte. Een infuus hangt aan de lamp, ik zit op de trap en kijk en voel me machteloos. Had ik al verteld dat het een steile trap is? De brancard kan misschien wel naar boven maar inclusief patiënt niet langs de smalle treden naar beneden. “Dat wordt via het raam mensen!”
Hans stelt voor om overeind te komen en toch zelf de trap af te gaan. Die beslissing ligt dan wel bij hem en niet bij het ambulancepersoneel. Ik vind er wat van. Na check dubbelcheck van rug en nek gaan ze tree voor tree omlaag. Wat een #$%& trap hoor ik mompelen…
Ik breng gauw de buurman op de hoogte en klim in de ziekenwagen naast de chauffeur. Hij vraagt me of het geen tijd wordt voor een ander huis. Ik begin over het geweld tegenover ambulancepersoneel. In het ziekenhuis aangekomen gaat Hans de molen in van vragen, foto’s en onderzoek en dat in de herhaalstand.
De verpleegkundige voorziet ons lief van koffie. Het is maar reclame, ik weet het, maar bizar dat ik nu op 3 koffiebekertjes zie staan: Ik hoor bij jou. Wij zijn ‘n setje. Blijf je bij me? Hakt er zomaar in. Om te checken of de patiënt helder is wordt gevraagd wat hij aan het doen was op zolder. “De was aan het ophangen.” (Serieus, deze mannen bestaan!) “En wat deed u vanmiddag?” “Ajax-Feyenoord gekeken.” De broeder slaat direct aan en vraagt naar de uitslag. 1-1 is het antwoord “en dat is maar goed ook, want voor hetzelfde geld was het andersom geweest!” De man kijkt nu mij aan. Ik sein terug dat dit normaal is.
Dan horen we de uitslag na het bezoek aan de röntgen: “alleen maar” een flinke hoofdwond en bloeduitstortingen. Hoe blij kun je daarmee zijn wanneer je het scenario al voor je zag van een tweede nekbreuk of welke breuk dan ook voor iemand die maar de helft van zijn ledematen kan gebruiken?
Zoonlief is inmiddels ongevraagd gearriveerd (dus zoon is nog liever) en brengt ons naar huis. Sta je om half twee in de nacht heel veel bloed weg te poetsen. Onze trap is even te huur als decor voor een enge filmscene. We praten na en de dankbaarheid dat het niet zo erg is als het beeld deed vermoeden is enorm. Met alle pijnstilling in zijn lijf valt Hans gelukkig snel in slaap. En ik….kijk uren op Funda naar een ander huis, een appartement, iets zonder trappen. De volgende morgen meld ik de oorzaak van mijn korte nacht. Onnodig, volgens Hans “aangezien ik niet van de trap viel maar vanaf de overloop het trapgat in.” Alsof het niks is. Daar moeten we nog maar even over na denken dus.
Ineke van der Mijden – Strijker werkt op het secretariaat van Dit Koningskind. Woont op drie kwartier ‘langs het water’ lopen van kantoor en komt altijd thuis met mooie takken, bloemen of veertjes. Ineke ziet overal een verhaal in.