Terug

Wat je niet ziet – Bianca de Vrind

27-09-2022

Dat is vast die van mij…

De deur achterin de zaal zwiept open. Ik kijk om en daar komt met gebalde vuisten en een onweersgezicht onze jongste de zaal van de kerk binnengelopen. Of nou ja kerkzaal…Onze gemeente komt samen in een school, dus eigenlijk komt hij de aula binnen. Bovenin de aula bevindt zich rondom een open balustrade met daaraan de leslokalen. Ik had dus al het nodige gestampvoet boven mijn hoofd gehoord en ik dacht al: dat is vast die van mij.

Als hij naast me staat trek ik hem op schoot. Wat voelt hij gespannen! Ik zeg niets, aai hem alleen maar over zijn rug. Allerlei gedachten gaan door mijn hoofd. Eindelijk was het gelukt om hem zover te krijgen dat hij in ieder geval een keer wilde kijken bij de kinderdienst. Nu kregen we hem er natuurlijk helemaal nooit meer naartoe. Maar als hij niets te doen heeft tijdens de dienst, wordt hij gek. Moet hij dan maar weer spelletjes doen op de telefoon van mijn man? Of moeten we hem voortaan maar thuis laten en om beurten naar de kerk gaan?

Kom je mee?

Daar komt de leider van de kindergroep ook door de klapdeur de aula in. Hij tuurt over de hoofden en loopt dan op ons af. Als hij naast ons staat hurkt hij tot het niveau van ons kind: ‘Kom je mee?’ Uit ervaring geloof ik niet dat dit gaat helpen, maar ik verbaas me wel over de beste man zijn doorzettingsvermogen. De meeste andere leiders nemen er al snel genoegen mee als ons zoontje het lokaal uit loopt. Als ons zoontje blokkeert, dan krijg je hem daar nu eenmaal heel moeilijk weer uit.

Ik voel hoe verkrampt mijn zoontje is, zijn vuistjes nog altijd samengeknepen met witte knokkels, zijn gezicht verwrongen, tanden op elkaar geklemd. Waarom moet het nou zo moeilijk gaan? Ik kan niet anders dan bidden. Waarom heb ik dat niet eerder gedaan? ‘Heer, kom in deze situatie,’ bid ik in mezelf.  De leider herhaalt zijn vraag: ‘Kom je mee? Dan gaan we niet naar dat stomme verhaal luisteren dat je allang kent, maar dan gaan we samen een hardloopwedstrijd houden.’ Ik voel het kind zacht en los worden. Hij glijdt van mijn schoot en huppelt met de leider mee. Mensen kijken om en ik ben sprakeloos.

De rest van de dienst hollen er een volwassen man en een kind rond over de balustrade boven onze hoofden. Er wordt met spullen geschoven en ik krijg een slow-motion actiefilmpje binnen op mijn telefoon, met ons jongetje dat over twee omgekeerde banken springt.

En ik denk twee, nee drie dingen:

  • Ik heb zojuist een rechtstreeks ingrijpen van de Heer meegemaakt op mijn gebed.
  • Mijn zoontje heeft met deze ervaring waarschijnlijk veel meer geleerd over God, dan hij geleerd zou hebben als hij verplicht was geweest om braaf naar het verhaal te luisteren.
  • Zouden al deze mensen om mij heen dit hebben gezien? Of zagen sommigen niets anders dan een kind met een sterke (on)wil en een – misschien net iets te enthousiaste – jeugdwerker?

‘Het gaat niet om wat de mens ziet: de mens kijkt naar het uiterlijk, maar de Heer kijkt naar het hart.’ 1 Sam.16:7b


Bianca de Vrind is professioneel fluitist en moeder met autisme. Haar drie kinderen, in de leeftijd van 8, 11 en 13 jaar oud, hebben ook autisme. In haar blogs schrijft ze over ‘hoe je het ook kunt zien’ en geeft ze ons een inkijkje in haar gezin. Daarnaast is Bianca auteur van het boek ‘Aan mij zie je niets’ en van de blog www.zokunjetookzien.nl

 

Wil jij een optimale website? Dan hebben we wat cookies van je nodig. Pas mijn voorkeuren aan